Volgens de basisregels Nederlandse taal, komt er bij een bijvoeglijk naamwoord een verbuigings - e- achteraan, als het voor een zelfstandig naamwoord staat dat mannelijk, vrouwelijk ( -de- woorden) of onzijdig (-het-woorden) is.
- de grote man-, -de grote vrouw-, - het grote kind-. Dit gebeurt ook als ze in het meervoud staan....dan komt er altijd een - e- achter.
Alleen bij -het- woorden komt er geen verbuigings-e- als er het lidwoord - het- niet voor staat maar als er - een-, -geen- of helemaal geen lidwoord voor staat. Zo wordt het dan bijv. - een groot kind-, - geen groot kind- of -goed werk!-, mooi gedaan! enz.
Uiteraard zijn er dan altijd weer uitzonderingen omdat er een betekenisverschil in moet zijn aangegeven. 'Het koninklijk besluit' wordt bijv. als eenheid gezien....'het koninklijke besluit'' daarentegen, duidt op een besluit dat de koning daadwerkelijk zoëven genomen heeft. Zo is er ook verschil in 'de behandelende arts' en 'behandelend arts', omdat de eerste op het moment aan het behandelen is en de andere normaliter de behandeling uitvoert maar op dit moment misschien niet.
Zo moet je het ook zien bij 'zuurstofrijk bloed' of 'zuurstofarm bloed'....het wordt als een soort eenheid gezien. Het kan echter ook zo zijn dat het op het moment van doorstromen niet erg zuurstofrijk is. Is het echter wél zuurstofrijk, dan zal men zeggen dat 'er vanuit de linkerhelft van het hart, het zuurstofrijke bloed eerst in de aorta zal stromen' maar 'meestal bevat een slagader zuurstofrijk bloed'.
Het is dus een klein nuanceverschil wat een verbuigings-e- aangeeft.
Toegevoegd na 4 minuten:
Stoomt er dus daadwerkelijk zuurstofrijk bloed door de ader, dan spreek je van '' het zuurstofrijke bloed wordt vervoerd' en is dit dus juist.