Waarom is het een groot boek en dat grote boek?

Omdat dit een algemene regel is. Voor een de-woord komt er bijna altijd een buigings-e achter het bijvoeglijk naamwoord. Voor een het-woord gebeurt dat niet als er 'een' voor het bijvoeglijk naamwoord staat: een groot boek, het grote boek.

"Een" is een onbepaald lidwoord, "de" en "het" zijn bepaalde lidwoorden.

Bij onzijdige zelfstandige naamwoorden ("het boek" bijv.) krijgt het bijvoeglijk naamwoord ("grote") geen verbuigings -e als er "een" voor staat.
Daarom: het huis - een klein huis.

Bij mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden ("de school" bijv.) krijgt het bijvoeglijk naamwoord (bijv. "dikke") WEL een verbuigings-e als er "een" voor staat.
Daarom: de school - een oude school.

Bij gebruik van de lidwoorden "de" en "het" krijg je altijd een verbuigings-e.
Het gebouw - het hoge gebouw
De woning - de geverfde woning.

Het hangt dus af van:
Het lidwoord en het geslacht van het zelfstandig naamwoord.
Een + bijv nw + onzijdig zelfst. naamwoord: geen verbuigings-e.
Een + bijv nw + mannelijk of vrouwelijk zelfst naamwoord: wel verbuigings-e.