Als er 1 werkwoord in de zin staat dan kan dat een koppelwerkwoord zijn en als er 2 of meer werkwoorden in de zin staat dan kan de persoonsvorm (bijna) nooit het koppelwerkwoord zijn.
De koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen. Maar zijn niet altijd, als het zich bevinden betekent.
Tuurlijk kan dat! Let op de zwabbels (hierboven uitgelegd) en je zult zien dat dit vaak genoeg zo is. Voorbeelden:
Jantje is een fantastische voetballer.
Ik word later astronaut.
Het schijnt dat Marietje niet thuis is.
Ja, het kan dus!