Vrouwen bleven overdag thuis. Hun belangrijkste taak was het huishouden. Zo zorgden
ze voor kinderen, maalden graan tot meel, bakten broden, … . Daarnaast waren ze een
belangrijke steunpilaar voor hun man. De mannen gingen tijdens de dag werken. Ze
werkten als boeren op de akkers aan de oevers van de Nijl, of waren in dienst van de
farao en stonden in voor de bouw, versiering en verfraaiing van tempels, paleizen of
koningsgraven. Tijdens de jaarlijkse overstromingen van de Nijl werkten de boeren mee aan de bouw van de piramide.
De positie van de vrouw in het Oude Egypte wordt vaak onderschat. In de oude
Egyptische samenleving was het opvallend dat vrouwen in tijdens hun leven heel
wat konden verwezenlijken in vergelijking met latere beschavingen. Zo mochten
ze persoonlijke eigendom bezitten, ze mochten scheiden en konden zelfs om
alimentatiegeld vragen. Het leven van gewone vrouwen beperkte zich tot het
huishouden. Omdat ze geen opleiding kregen was het normaal dat ze zich eerder
op de achtergrond hielden. Rijke vrouwen, meestal uit de koninklijke familie
werden door het gewone volk vaak als godinnen beschouwd. Daarnaast kregen ze
de kans een belangrijke rol in de politiek te vervullen.
Op de derde plaats vinden we de lage ambtenaren.
Tot deze groep behoorden o.a. schrijvers, priesters en legeraanvoerders. Deze
bevoorrechte beroepen waren vaak vrijgesteld van belastingen en hadden een
hoge levensstandaard en status.
- Bronnen:
-
http://doks.khleuven.be/doks/do/files/FiSe...