wat gebeurt er met je bloed als je dood bent?

Dar zakt naar de op dat moment laagst gelegen delen van je lichaam en veroorzaakt daar de z.g. lijkvlekken.

Bloed heeft niet alleen zuurstof nodig om te stollen, wel calcium en een hele resem andere stoffen. Bloed stolt om 2 redenen, die we in vaktaal de intrinsieke en de extrinsieke weg noemen. Ofwel stolt bloed omdat een vaatwand scheurt en de bloedplaatjes en de cellen van de vaatwand elkaar activeren, ofwel omdat bloed in aanraking komt met een vreemd voorwerp (glas, buizen van plastic...). Bloed kan ook stollen in de voorkamer van het rechterhart bij bepaalde ritmestoornissen. Of mensen die weinig bewegen (lang zitten, been in gips...) kunnen een stolsel maken in het been (of ergens anders). Bij doodzieke mensen wordt ook het bloed heel ziek, waardoor het begint te stollen overal in het lichaam. Door het op gebruiken van de stollingsfactoren en de plaatjes, begint men ondanks de veralgemeende stolling tegelijk overal te bloeden.

Als je sterft, wordt je bloed uiteraard niet meer van zuurstof voorzien, waardoor het donker wordt. Bloed bestaat uit bloedwater (plasma) met daarin cellen: die cellen tollen holder de bolder rond mee met de pompende bloedstroom. Als de bloedstroom stopt, bezinken de cellen: er ontstaat een afscheiding tussen de cellen en het plasma (bloedwater). Omdat het bloed in vaten 'liep', zakt het volgens de zwaartekracht naar beneden na de dood. Dit zijn de lijkvlekken (paarse vlekken) die je ziet op de laagste delen van het lichaam van een dode.