Mijn vader was molenaar. De groeven in de maalstenen moesten regelmatig worden uitgehakt. Dat wordt 'stenen billen' genoemd. Vroeger ging dat met een gehard ijzeren hamer op een gehard ijzeren beitel. Daar vlogen de splinters staal dus bij in het rond.
Mijn vader is inmiddels overleden, maar zijn handen zaten werkelijk helemaal vol met staalsplinters.
Hij heeft er nooit last van gehad.
Ik moet er wel bij zeggen dat die splinters natuurlijk altijd roodgloeiend waren als ze van het gereedschap sprongen, en dus steriel.