Je hersenen werken als een soort computer. Overal wordt informatie opgeslagen en als je een link ziet, gaat het hele netwerk aan de slag. Diegene die jou zag dacht:"hè, waar ken ik die van"? Diens hersenen kregen het verhaal van de hond als input, omdat dit voor diegene interessant was en dit bleef "hangen". Daarom werkte zijn/haar netwerk zeer snel, omdat deze info niet ver weggestopt was. Als iets nl. interessant is voor ons, dan onthouden we het wel. We stoppen het dan niet zo ver weg en het is weer sneller doorgelinkt. Bij mensen die een getraind stel hersenen hebben, werken alle netwerk gangen heel snel en die onthouden dan ook veel, omdat die info sneller is opgehaald. Daarom gebeurde je dit op de fiets ook. Je hebt ooit op school de derde naamvalrijtjes Duits geleerd en tijdens het denken (wat je overal doet, dus ook op de fiets) Kwam er ineens een connectie met een van die voorzetsels of je zag iets dat die connectie opriep en dan komen automatisch al die andere voorzetsels erbij, omdat die bij elkaar horen. Denk je verder dan ga je automatisch denken:" oh ja, 3de naamval Duits, wat was ook alweer,an, auf, in, unter, über,zwischen etc. ook weer, oh ja, de 3de bij rust en de vierde bij beweging". Voor je het weet, zit je weer bij de Duitse grammatica, omdat dit allemaal gelinkt is met elkaar. Grappig hè?