Waarom zink je in het water? Zie toelichting.

Die is soortelijk zwaarder dan jij, dus haar soortelijk gewicht is net een tikje meer dan 1 en jij een tikje minder dan 1...

Daarom zinkt zij en drijf jij... Zo zit dat...

Toegevoegd na 4 minuten:
Is die vriendin wat dunner dan jij? Botten zijn wat zwaarder dan water en vet is wat lichter dan water... Dus zo kan het s.g. wat verschillen van persoon tot persoon...

In zoet water drijft een mens normaal gesproken niet, omdat het gemiddelde soortelijk gewicht van het lichaam zwaarder is dan het soortelijk gewicht van zoet water.
Water heeft een homogene verdeling van het soortelijk gewicht. Een mens echter niet. Een mens heeft lichtere delen en zwaardere delen, die echter tesamen ten opzichte van de verhouding tussen volume en gewicht het gemiddelde soortelijk gewicht geven.
Als men inademt, dan neemt het gewicht niet toe, maar wel het volume van het lichaam. Het gemiddelde soortelijk gewicht neemt dan af. Zo heeft iemand met veel vet ook een lager gemiddeld soortelijk gewicht.
Daarnaast speelt soortelijk gewicht een rol. Bij de meeste mensen is hun soortelijk gewicht zwaarder dan dat van het water.
In jouw geval kan het niet anders als dat van nature je gemiddeld soortelijk gewicht lager is dan dat van zoet water. Daarom blijf je drijven.

Klompvoeten waarschijnlijk!

dat ken ik. Ik kan ook heerlijk op het water drijven, mijn partner niet, die zakt ook gelijk naar beneden. Volgens mij komt dat omdat je je niet volledig strekt en niet ontspannen bent. Wanneer je je billen laat zakken komt de rest er vanzelf achteraan.

Onder drijven wordt verstaan het aan het wateroppervlak blijven zonder dat men zich beweegt. de basis Op basis van de wet van Archimedes wordt een lichaam dat ondergedompeld is in water omhoog geduwd met een kracht die gelijk aan het gewicht van de verplaatste hoeveelheid water. Een persoon van 70 kg heeft een volume van ongeveer 67 liter, ondergedompeld in water weegt iemand maar 3 kg en zal dus zinken. de factoren Om te kunnen drijven zal dit verschil weggewerkt moeten worden. Welke andere factoren spelen hierbij een rol? Het menselijk lichaam is samengesteld uit beenderen, vet, spieren, lucht en vloeistoffen, die samen het al of niet drijven bepalen. Vet en lucht drijven, maar spieren en beenderen zinken. De verdeling en de hoeveelheid van genoemde stoffen bepalen het drijfvermogen. lucht De belangrijkste factor voor het al of niet drijven is de hoeveelheid lucht die ingeademd wordt; Vandaar dat over het algemeen vrouwen een beter drijfvermogen hebben dan mannen omdat hun vetpercentage hoger is: ± 25% tegen ± 15% van het totale gewicht. Bovendien is het onderhuids vetweefsel bij vrouwen beter verdeeld over het lichaam dan bij mannen. de andere vragen · Zakt een dood lichaam altijd naar de bodem? · De lucht die er voor zorgde dat het lichaam blijft drijven is weg. Daarmee neemt het lichaamsgewicht toe: je verplaatst immers evenveel water, maar je totaalgewicht wordt groter. Na de dood zal in het lichaam een ontbindingsproces beginnen. Dit gaat gepaard met ontstaan van gassen. Gassen zorgen voor het opzetten van het lichaam, het volume wordt groter en bijgevolg stijgt de opwaartse druk. Het lichaam zal dus gaan drijven. ... en verder Omdat de opwaartse kracht mede afhankelijk is van de dichtheid van de vloeistof, kun men in zout water beter blijven drijven dan in zoet water. Zout water is, door de oplossing van het zout in het water, veel zwaarder dan zoet water. Derhalve blijf je in de Dode Zee (zoutgehalte 33 %) veel gemakkelijker drijven.