Het is misschien een domme vraag, maar tandarsten zeggen dat we niet teveel suiker moeten eten, omdat het niet goed is voor je tanden. Waarom?

Bacteriën in onze mond zetten suiker(s) om in zuren. Die zuren kunnen vervolgens het glazuur van ons gebit aantasten. Pas dus ook voor zuren.

Toegevoegd na 1 minuut:
Vroeger hing er altijd zo'n grote poster bij de tandarts. Snoep verstandig eet een appel. Nu weet men dat zuur fruit (appel, druiven, kiwi) slecht zijn voor het tandglazuur.

Suiker is een voedingsstof die door je mondbacteriën zeer wordt gewaardeerd. Ze smullen ervan.

Het afvalproduct van die bacteriën is zuur. Dat zuur scheiden ze uit, want het is gevaarlijk voor de bacteriën.

Toegevoegd na 2 minuten:
Zuur reageert met het tandglazuur (met het calcium uit het tandglazuur). De bacteriën zitten dus het liefst op of in het tandglazuur, want daar wordt hun zuur het snelst geneutraliseerd.

Die reactie lost echter het tandglazuur op. Je tandglazuur verliest sterkte en slijt snel weg c.q. lost op.

Suiker is dus geen enkel probleem, maar het zuur dat door de mondbacteriën wordt gemaakt wel.

Daarom is het ook niet goed voor je gebit om vaak fruit te eten, of vruchtensappen te drinken: ook daarin zit zuur, en dat tast je tandglazuur net zo aan als het afvalzuur van je mondbacteriën.

Eenvoudig je krijgt er gaatjes (Cariës) van. Cariës is een demineralisatieproces van het tandweefsel: tandglazuur, dentine (=tandbeen) en wortelcement. De demineralisatie wordt in gang gezet door zuren die uitgescheiden worden door bepaalde bacteriën, omgezet vanuit suikers. Voorbeelden van bacteriën die cariës veroorzaken zijn voornamelijk Streptococcus mutans en Lactobacillus. Door de uitscheiding van zuren door deze bacteriën daalt de pH. Door het zuur neemt de oplosbaarheid van het calciumhydroxyapatiet (het mineraal waaruit het tandglazuur bestaat) toe, en zal het dus oplossen. Zo ontstaat een caviteit.