wat zijn eigenlijk beelddenkers?

Ieder kind begint als beelddenker. Zodra er taalonderwijs aangeboden wordt schakelt het over op taaldenken. Maar een aantal blijft voorkeur houden voor denken in beelden. Dat zijn beelddenkers. Bij het horen van het woord appel zien zij in hun hoofd een plaatje van een appel, in plaats van de letters a - p - p - e - l.
Ze krijgen talige informatie binnen, vertalen deze in beelden, geven antwoord in beelden en moeten dat weer vertalen in taal om door de ander begrepen te worden. Ook worden ze overspoeld door beelden, en dan is het lastig uit te kiezen wat relevant is om als antwoord terug te geven. Het is voor hen moeilijk om de juiste woorden te kiezen bij dat wat zij voelen. Beelddenkers hebben dus veel meer tijd nodig in de communicatie dan taaldenkers. In onze haastige maatschappij is er niet altijd geduld genoeg om op hun antwoord te wachten. Dan wordt het vaak al door een ander ingevuld. De beelddenker kan daardoor afhaken. Omdat die ingevulde antwoorden talig zijn, kan hij/zij niet sel genoeg inschatten of het klopt met zijn/haar beleving.
Beelddenkers zijn over het algemeen niet pro- maar re-actief. Informatie moet eerst verwerkt worden. Vaak is de beelddenker dan te laat, is het onderwerp al afgesloten of door mondiger mensen overspoeld.
Een beelddenker kijkt vaak weg van zijn gesprekspartner. De non-verbale informatie die opgevangen wordt, ook al zwijgt de ander, zorgt ervoor dat de stroom informatie doorgaat. Om na te denken over een antwoord kijkt hij weg om de gedachten te kunnen ordenen en er taal bij te zoeken.

Beelddenkers hebben vaak moeite met 'tijd'. Ze hebben dan geen idee welke dag of maand het is, komen te laat, schatten de tijd verkeerd in. Denken dat er nog tijd genoeg is om alles te organiseren maar dan 'ineens' is het al tijd om te vertrekken terwijl er nog van alles moet gebeuren. Ook gebeurt het wel dat ze in gedachten al antwoord hebben gegeven op een vraag, maar dat het niet echt gebeurd is.
Beelddenkers zijn meesters in het maken van eigen strategieën. Ze automatiseren slecht en hebben moeite met het onthouden van niet ter zake doende informatie. Ze kunnen dyslectisch zijn, maar dat hoeft niet. Ze onthouden de spelling van woorden aan het woordbeeld en niet zozeer aan de spellingsregels.
Beelddenkers zijn vaak chaotisch, hebben moeite met het aanbrengen van structuur. Ze kunnen van de hak op de tak springen, ook midden in een serieus gesprek. De ogen gaan voor de oren en visuele informatie gaat altijd maar door.

Toegevoegd na 6 minuten:
sel = snel