Hoe komt het dat juist nu voornamelijk jongeren (20 - 40 jaar) besmet raken met Corona?

De eerste maanden van de pandemie werden in Nederland alleen mensen op COVID-19 getest als ze duidelijke symptomen hadden: hoesten, niezen, keelpijn én verhoging. De meeste mensen, die echt ziek werden (en mogelijk nu nog steeds kunnen worden van COVID-19) zijn ouderen. Met als gevolg, in de groep mensen die de eerste maanden zijn getest, zijn de ouderen meer vertegenwoordigd dan de jongeren.
Omdat men in het begin er ook vanuit ging, dat als je geen symptomen hebt je ook niet besmettelijk bent, zijn de regels voor de jongeren meer versoepeld, mede omdat niet veel jongeren ziek leken te worden van het COVID-19 virus.
Nu blijken mensen, die wel besmet zijn maar geen symptomen hebben, het virus toch te kunnen verspreiden. Dat maakt het nog belangrijker dat iedereen afstand van elkaar probeert te houden. Maar de 1,5 meter-regel is afgeschaft voor jongeren als ze onder elkaar zijn.
Dit heeft tot gevolg dat jongeren nu veel meer contacten hebben, dichter bij elkaar komen, dan de oudere generaties. En zo verspreiden zij het virus onder elkaar, maar de meesten worden er niet ziek van.
En aangezien het testen nu op veel grotere schaal gebeurt, iedereen kan een test aanvragen bij de GGD als hij/zij (lichte) verkoudheidsklachten heeft, worden nu meer jongeren positief getest. Maar omdat jongeren zich ook moeilijker aan de 1,5 meter afstand lijken te kunnen houden, lopen zij ook meer kans op besmet te raken.