Nee, niet zondermeer....
Het probleem is alleen dat een deurwaarder werkt met de hem ter beschikking staande gegevens waaronder naam en woonadres.
De deurwaarder neemt dan automatisch aan dat dat adres het hoofdverblijf als hoofdbewoner zal zijn en daarom ook dat alles wat daar aangetroffen wordt kan vallen onder de eigendommen en vermogen van de bewoner cq. schuldenaar.
Daarom is het zo belangrijk dat door samenwonenden, familie of niet, altijd een strikte omschrijving van ieders persoonlijke bezittingen wordt gemaakt en dat in een samenwoningsconvenant notarieel laat vastleggen. Is dat er niet dan wordt zulk bezit als gemeenschappelijk aangemerkt en daarmee wel vatbaar voor beslagen voor schulden van de ander.
Hier valt onder uit te komen als de eigenlijke hoofdbewoner (de huurder in dit geval) kan aantonen:
a. dat huurder en niet schuldenaar (moeder) de woning huurt, én
b. dat schuldenaar (moeder) slechts inwonend is, evt. met medeweten van de verhuurder of blijkend uit een uittreksel van de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie)
c. met op naam gestelde aankoop bewijzen van zaken die zich in de woning bevinden waaruit genoegzaam blijkt dat die niet aan de schuldenaar behoren.
Vooral dat laatste punt wordt nog al eens nagelaten om allerlei voor de hand liggende redenen. Waarom zou je bovenop de kassabon nog eens een op naam gestelde nota vragen als je volkomen te goeder trouw zaken voor jezelf koopt.
Daar staat tegenover dat iedere deurwaarder dit ook wel weet en de zaak niet op de spits zal drijven als aan de punten a en b kan worden voldaan.
De hoofdbewoner/eigenaar van de boedel kan altijd bezwaar indienen als de deurwaarder ongevoelig is en toch beslag legt. De bestuursrechter moet dan oordelen over de rechtmatigheid van het beslag.
Laat onverlet dat schulden wel op een of andere manier voldaan moeten worden.
Daarom zal iedere deurwaarder echt niet ongevoelig zijn voor redelijke voorstellen van de schuldenaar om de schulden te betalen en diens voorstellen in overweging zal nemen zonder dan direct over te gaan tot beslaglegging.
Overigens kan een beslaglegging alleen volgen ná een gerechtelijk vonnis dat de deurwaarder machtigt om bij nalaten van betaling tot beslag of andere invorderingsmaatregelen over te gaan.