Keizer Diocletianus deed in 301 n. Chr. iets ongewoons: hij verdubbelde de betaalwaarde van munten om de inflatie te bestrijden. Werkt die oplossing?
Op de munten stond geen nominale waarde, dus dat kon. Nieuwe munten werden niet geslagen, dus het ging anders dan in Duitsland na de eerste Wereldoorlog: steeds biljetten met hogere waarde drukken.