Gans met geglaceerde borst.
1 gans van 2-2,5 kg
2 stengels bleekselderij, in stukjes
1 stevige appel, geschild, in stukjes
12 gedroogde abrikozen, in stukjes
kruim van 5 sneetjes volkorenbrood
50 g walnoten of amandelen, gehakt
enkele takjes verse tijm
zout en versgemalen peper
150 g katenspek, in plakjes
voor het glazuur:
6 eetl. bessengelei (potje)
1/2 theel. kaneelpoeder
1 theel. paprikapoeder
1 theel. rodewijnazijn of citroensap
cocktailprikkersbakpapier keukengaren
Bereiden:
Leg de gans (afgedekt) 1 uur voor gebruik uit de koelkast. Verwarm de oven voor op 180°C. Meng bleekselderij, appel, abrikozen, broodkruim, noten, de tijm, zout en peper. Vul de gans met dit mengsel. Bestrooi de gans met zout en peper. Steek de buikholte dicht met cocktailprikkers. Leg 2 grote stukken bakpapier kruislings in de braadslee. Leg de gans op het bakpapier, en braad hem snel rondom bruin. Temper dan de oven temperatuur tot 120 graden. Bedek de bovenkant van de gans met het katenspek. Vouw het bakpapier omhoog en bind het dicht met het keukengaren. Schuif de braadslee in het midden van de oven en braad de gans in 3-3,5 uur gaar op 120 graden. Wel steeds braadvocht over de gans druipen. Dan blijft hij lekker sappig. Als je een vleesthermometer hebt, stel hem dan in op 65 graden kernwarmte , dan is de gans precies goed. Haal de gans uit de oven. Verwarm de ingrediënten voor het glazuur. Laat dit iets inkoken, zodat het stroperig wordt. Vouw het bakpapier open. Bestrijk de gans met het glazuur en zet hem nog 5 minuten onder een hete ovengrill.
Houd er wel rekening mee dat je met een wilde zelf geschoten gans uit kunt kiezen of het een jonge gans is , of een met 20.000 vlieguren. Die oudjes zijn echt minder mals en droger. Dus een jonge gans bij de poelier kopen is wel aan te raden.
Toegevoegd na 59 minuten:
Gans in de braadpan zal waarschijnlijk heel krap worden voor het beestje. Maar als je het in de pan wilt doen, halveer de gans op maat en laat het gedeelte van de vulling weg en verwijder het overtollige braadvet, maar laat hem toch onder af en toe draaien "slow cooken".