De hoeveelheid water in een eierkoker bepaalt de kooktijd, schrijft
IJsbrand Velzeboer, adviseur in de voedingsmiddelenindustrie (Raalte). 'Als al het water is verdampt, slaat het apparaat automatisch af en is het koken voorbij.'
Het water zit in een bakje onderin de eierkoker. Daarboven hangt een rekje met eieren, dat geen direct contact met het water heeft. Het water verdampt en slaat voor een deel weer neer op de eieren. Dat is een heel effectieve manier om de eieren te verwarmen. Als de waterdamp condenseert op de eierschil komt er warmte vrij, die direct door het ei wordt opgenomen. Het gecondenseerde water drupt daarna naar beneden, terug het waterbakje in. Daarna kan het water een nieuwe verdampingscyclus beginnen. Een deel van de waterdamp ontsnapt door een gat, dat bovenin de eierenkoker zit. Zo wordt de hoeveelheid water geleidelijk minder, totdat alle water ontsnapt is. Dat is het tijdstip waarop de eieren gaar moeten zijn.
'Als het apparaat goed gevuld is, vindt er meer condensatie plaats op al die koude eieren', aldus Velzeboer. 'Vooral in het begin ontsnapt er daardoor minder stoom. Pas als alle eieren goed opgewarmd zijn, kan er meer stoom ontsnappen. Met een enkel ei in het apparaat is dat punt sneller bereikt met eenzelfde hoeveelheid water.'
(TP)
Bron: Knagende Vragen
- Bronnen:
-
http://www.intermediair.nl/artikel/knagend...