Het gebruik van additieven is wettelijk geregeld. In principe mogen alleen additieven worden toegevoegd die onschadelijk zijn voor de gezondheid of in hoeveelheden waarvan wordt aangenomen dat ze onschadelijk zijn. En anderzijds mogen ze alleen gebruikt worden wanneer ze technisch onontbeerlijk zijn bij gebrek aan andere oplossingen. Ze mogen niet worden aangewend om kwaliteitsgebreken te verdoezelen of de consument te misleiden over de precieze samenstelling van een productie (bv. een gele kleurstof om het gebrek aan eieren te verdoezelen).
• Ten tweede mogen alleen additieven worden gebruikt die voorkomen op een zogeheten positieve lijst, enkel voor de daarin vermelde eetwaren en hoogstens de opgegeven maximumdoses. Al die toegelaten additieven hebben een codenummer dat in heel Europa geldt en dat is samengesteld uit de letter E (van Europa) gevolgd door 3 cijfers.
1.Kleurstoffen (E100 tot E199). Het gaat hier zowel om synthetische als om natuurlijke kleurstoffen. Dit laatste betekent niet noodzakelijk dat ze van nature in het product voorkomen, wel dat ze afkomstig zijn van natuurlijke producten zoals bv. bietenrood (E162) of carotenoïden (E160).
2. Bewaarmiddelen (E200 tot E299). Dit zijn stoffen die de ontwikkeling van bacteriën, schimmels, enz. in vlees, kaas, wijn, enz. afremmen.
3. Anti-oxydantia (E300 tot E399) worden gebruikt om voedselbederf door contact met lucht te vertragen. Het meest gebruikt product is ascorbinezuur of vitamine C (E300 tot E302).
Hieruit blijkt dat er inderdaad nog gezonde E-nummers bestaan(doch de meeste zijn twijfelachtig)
- Bronnen:
-
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseact...