Waar het bij wokken om gaat is dat de wok heel heet is en heel heet blijft. Een wok met bijv. anti aanbaklaag, wordt nooit zo heet als een plaatstalen wok, zoals die van ouds al gebruikt wordt door de Aziaten. Wil je goed wokken , schaf dan zo`n wok aan. Laat hem goed inbranden en hij wordt alleen maar beter.
Je begint dus met het goed verhitten van de wok op het allergrootste vuur dat je hebt. laat hem zo heet worden dat hij begint te walmen en doe er dan olie in. Wok-olie is heerlijk en geeft niet alleen al geur en smaak, maar kan ook goed heet worden.
Voeg direct groenten, vlees, vis etc. toe en begin met wat het langst duurt om gaar te worden. Zorg dat alles dun gesneden is, dit is het snelst klaar. Schep constant alles om met een spatel of scheplepel en zorg ervoor dat alles in aanraking komt met de hete olie en de bodem. Door de hitte van de wok is het gerecht in minuten klaar. Voeg als de basis gaar is maar nog wel knapperig, de smaakmakers toe en roerbak ze nog evendoor.
Omdat je in een wok snel en met weinig vet bakt. is de kans op aankoeken erg klein. Om hem schoon te maken voldoet heet water zonder afwasmiddel. is er toch iets aangekoekt, kan dit met een kunststofspatel of bamboe wokborstel verwijdert worden. Laat een wok zonder aanbaklaag na het afwassen goed drogen ( evtl. op laag vuur), dit helpt roesten te voorkomen. Voor extra bescherming kan na het afwassen een lepel olie in de wok worden gewreven.