Hoe moet je een metselmuur voegen?

Met voegmortel. Voegmortel is een beperkte tijd verwerkbaar. Maak daarom nooit meer voegmortel aan dan binnen een uur is te verwerken.
Zorg ervoor dat de voegen in de muur schoon zijn. Wanneer u met een oude muur te maken heeft, kunt u de bestaande voegen met een slijpschijf of hamer en beitel verwijderen. De oude voeg dient te circa 2 cm verwijdert te worden. Bij een nieuwe muur is de voeg meestal al uitgekrabd.

Verwijder met een droge borstel het vuil en de stof van de muur. Om zeker te zijn dat alles weg is, kan de muur nagemaakt worden of de muur te behandelen met een zoutzuur oplossing. De mengverhouding voor de zoutzuur oplossing is, 0,5 liter zoutzuur op 10 liter water. De zoutzuur oplossing dient u met een borstel aan te brengen op de muur, waarna de muur afgespoeld kan worden.

Als eerste voegt u de stootvoeg (verticale voeg). Maak tijdens het voegen gebruik van een rubberen handschoen. Neem in uw hand een bolletje voegmortel en druk met behulp van de korte voegspijker de voegmortel in de voeg. Als alle stootvoegen gedaan zijn, kunt u beginnen met de lintvoeg (horizontale voeg). Breng de voegmortel op het spaarbord en met het spaarbord net onder de voeg tegen de wand aan. Met behulp van een lange voegspijker, drukt u de voegmortel in de voeg. Maak tijdens het voegen van de horizontale voegen steeds een strijkende beweging. Het is aan te raden om roestvrijstalen voegspijkers te gebruiken, om roestplekken op de voeg te voorkomen.

Zodra de muur is gevoegd en voldoen is uitgehard, borstelt u de muur met een droge borstel na. Tot slot kunt u de voeg nu gaan na benevelen, zodat de kans op witte aanslag wordt verkleind en u een sterke voeg krijgt.