Waarom hebben huizen tegenwoordig bijna nooit meer een kelder?

Vroeger was de voedseldistributie nog niet zo goed geregeld dan tegenwoordig (geen supermarkten) en moest men voor langere tijd voedsel in voorraad houden. Dit probleem werd nog vergroot omdat de gezinnen groter waren.
Daarom werden huizen voorzien van kelders om de opslagruimte voor voedsel te vergroten en het voedsel op een zo laag mogelijke temperatuur te houden. De gemiddelde temperatuur van een kelder in Nederland is 11 gr C.

Nu de distributie en het aanbod van voedsel enorm verbeterd is en er ook veel diepvriesproducten op de markt zijn gebracht, is de functie van de oude kelder enigszins overbodig geworden. De komst van de koelkast en vriezer sluit beter aan bij de wensen van de moderne mens.
Ook bepaald de bouw van een kelder een flink stuk van de bouwkosten en is het nog steeds een kostbare operatie een kelder waterdicht te maken en te houden. In het waterrijke Nederland ligt een kelder al vlug in het grondwater en moet er dus voorkomen worden dat hij gaat drijven. Al met al een dure maar ook overbodige constructie.

Overigens is een kelder een ideale opslagruimte voor wijn. Wijn vraagt om een opslag met relatieve lage, maar ook stabiele temperatuur en dat wordt door een kelder goed ingevuld.

Wist je dat je in Edam een huis hebt met een drijvende kelder? Deze kun je bewonderen in het Edammer Museum aan de Dam daterend van 1540. Een zeeman, die het huis liet bouwen, zou op de gedachte van de varende kelder zijn gekomen, doch dit is niet meer dan een legende.
In werkelijkheid is het een inventieve bouwtechnische oplossing: de kelder beweegt mee met de sterk wisselde grondwaterstand.