Hoe maak ik zelf champignonbroed?

Champignonbroed is een min of meer samenhangende massa van ragfijne celdraden (hyphen) die — vaak ondergronds — leven en gedijen op compost van dierlijke of plantaardige stoffen, of zich in de dradenmassa zelf ontwikkelen. Hieruit ontstaan champignons. Champignonbroed in handelskwaliteit wordt geleverd in de vorm van kleine platen (plakken) bestaande uit half vergane stukjes stro waarop zich een laag reproductieve celdraden (hyphen) heeft ontwikkeld.

In de kelder of op een donkere plaats kan je champignons kweken. Leg natgemaakt stro op een hoopje en bevochtig dat met regelmaat. Om de vijf dagen keer je de hoop om, net zo lang tot het stro bruin wordt en verkruimeld is. Als er geen sterke geur meer loslaat (ammoniakgeur), is de compost klaar voor gebruik. Dat doe je in bakjes of emmers. Zorg ervoor dat de temperatuur in het midden niet boven de 24 °C komt.

Dan kan je overgaan op het enten van mycelium. Dat is te koop in speciaalzaken en wordt afgeleverd in blokjes of graankorrels. Blokjes duw je zo de compost in. De korrels (zijnde gekookte graankorrels waarop het mycelium is gegroeid) worden uitgestrooid over de compost en daarna met een toplaagje bedekt (5 centimeter dik, en bestaand uit 80% turf en 20% schuimaarde). De dekaarde wordt gebruikt om bacteriën in de grond te krijgen, die dienen als stimuli voor de aanmaak van het mycelium. Na een week of twee gaat de zwam uitlopen. Vanaf dan hou je alles goed vochtig en na vier weken verschijnen dan de eerste champignons.