Schapen worden tijdens de lammerperiode in het voorjaar op stro in loopstallen gehouden. Hun mest is droog en strorijk. Daarbij is schapenmest meestal stikstofrijker dan mest afkomstig van runderen.
Door het hoge gehalte aan stro is deze mest in verse vorm alleen in de herfst bij inzaai van een groenbemester oppervlakkig in de bodem in te werken. De vrije stikstof kan door de groenbemester worden benut en de rest verteerd in de bodem. Beter is deze mest eerst deels of geheel te laten verteren en dan te gebruiken als meststof.
Verteerde schapenmest is als de meeste vaste meststoffen, geschikt voor de bemesting op de lange
termijn.