Je schakelaar is en wisselschakelaar !
Dat betekent dat je de (bruine) fasedraad op het L-contact aan moet sluiten.
De 2 contacten aan de andere kant zijn van de schakelaar. In 'op'-stand is het L-contact met het ene contact verbonden, en in de 'neer' stand met het andere contact.
De zwarte draden zijn de "schakeldraden" naar de lamp toe. Zij moeten BEIDEN op HETZELFDE schakelcontact worden aangesloten.
Technisch maakt het daarbij niet uit welk van de twee contactpunten je gebruikt, maar het bepaalt wel of je lampen in de 'op' of in de 'neer'-stand aan staan.
De blauwe draden komen van de lampen terug en moeten samen verbonden worden met een lasdop, of een lasklem.
De groen-gele draden zijn beveilingingsdraden die naar de aarde leiden. Ook zij moeten samen verbonden worden met een lasdop of -klem.
Toegevoegd na 1 minuut:
Voor de volledigheid: de blauwe en de geel-groene draden sluit je dus NIET op de schakelaar zelf aan !
Toegevoegd na 1 uur:
Toch nog even een extra aanvulling...
Je spreekt over TWEE lampen.
In je tekening zijn 3 (zwarte) schakeldraden te zien. Dat duidt er op dat minimaal één van de zwarte draden niet naar één van de lampen leidt. Het is wijselijk om uit te zoeken waar die dan wél naar toer leidt. Dit om te voorkomen dat je ongewild een extra apparaat aansluit.
Wat ook kan is dat 2 draden naar een andere schakelaar leiden. Dan heb je te maken met een wisselschakeling.
Gebruik dan onderstaand schema om je lampen aan te sluiten:
http://www.uploadarchief.net/files/download/wisselschakeling.png
(in deze tekening staat maar één lamp. De tweede dien je dan parallel over de eerste lamp aan te sluiten. Dus een (nieuwe) zwarte draad vanaf de rechter schakelaar naar de lamp en dan vervolgens met blauw weer naar de nul.)