(in plaats van een lamp kun je elk ander apparaat dat energie (levert of) verbruikt lezen).
De hoeveelheid energie die een lamp gebruikt, is natuurlijk afhankelijk van de tijdsduur. Brandt de lamp 2x zo lang, dan is er 2x zoveel energie verbruikt.
De verbruikte energie is dus evenredig met de tijd: t in seconden.
Een eigenschap van de lamp is hoeveel energie de lamp verbruikt in 1 seconde. Een lamp die veel licht (en warmte) produceert zal per seconde meer energie verbruiken dan een lamp die minder licht (en warmte) produceert. Die eigenschap noemen we het vermogen, symbool P (Power) eenheid W (Watt): de hoeveelheid energie die in 1 seconde wordt verbruikt.
De verbruikte energie is dus evenredig met het vermogen: P in Watt.
De eenheid energie in het SI stelsel is de Joule. De energie in Joule is als we voor tijd en vermogen de SI eenheden invullen (evenredig met P en t):
E = P . t
E de energie in Joule
P (Power) het vermogen in Watt
t de tijd in s.