We stellen ons b.v. de volgende opgave: √-4.
We ontbinden de opgaaf als: -4=4.(-l) en brengen dat weer terug onder het wortelteken. Wij krijgen : √4 . (-l) = 2.√-1 (sorry, ik krijg het verlengde wortelteken niet voor elkaar).
En daar hebben we het onmogelijke getal √-1.
Om het nu niet te moeilijk te gaan maken heeft de wiskundige Euler het onmogelijke getal de letter i gegeven. Het geval i spot met iedere menselijke voorstelling, maar i bestaat net zo goed als ieder andere wiskundige grootheid bestaat. Het punt is dat we aan het eind van onze wijsheid zijn beland. Aan Gaus danken wij een methode om ons alle imaginaire (denkbeeldige) en complexe getallen, zoals met i en daarmee verwante getallen noemt, een beeld te kunnen vormen.
Het getal 1 is zo wie zo een apart geval. Het is het enige getal dat met zichzelf een of meerdere male vermenigvuldigt als uitkomst 1 geeft. 1.1=1 en ook 1.1.1.1.1=1 Maar het wordt nog gekker: er zijn oneindig veel getallen, die met elkaar vermenigvuldigd, als uitkomst -1 geven. Twee kennen we allemaal, want 1.-1=-1. Maar er bestaan al drie verschillende getallen die drie maal met zich zelf vermenigvuldigt als uitkomst 1 geven. Ga er maar even voor zitten:
1³=1
[½.(-1+i√3)]³=1
[½.(-1-i√3)]³=1
De laatste twee zijn complexe getallen en behoren dus uit het ons bekende geestenrijk. Zo is het ook met de beantwoording van de vraag hoeveel getallen er bestaan die b.v. 1 miljoen maal met zichzelf vermenigvuldigt, 1 als uitkomst geven. Het verrassende antwoord is, dat zijn er 1 miljoen. Daarvan behoren de getallen 1 en -1 tot onze wereld en 999998 zijn complex. Een complexe wereld die tovertuin der wiskunde.
Het nut? Wel ze bestaan gewoon net als andere getallen. Dat wij ze niet kunnen begrijpen heeft daar verder niets mee te maken. En er wordt ook driftig mee gerekend, zoals in de elektrotechniek. Er zijn ook mensen onder ons die beweren dat je de wortel uit -1 wel kunt trekken, maar die moeten dat dan maar even uitleggen. Misschien de bok uit Siddeburen?
In Siddeburen was een bok,
Die machtsverhief en wortel trok.
Die bok heeft onlangs onverschrokken,
De wortel uit zich zelf getrokken.
Waarna hij zich zonder ongerief,
Weer in het kwadraat verhief.
Maar het feit waardoor hij voort blijft leven,
Is dat hij achteraf nog even.
De massa die hij huldigde,
Met vijf vermenigvuldigde.