De oppervlakte is 239,6.
*Trek een loodlijn (LL) en reken de lengte uit. Deze is LL²+15²=30². LL= 25,98
*De hoogtes van figuren A en C zijn dan (25,98-10):2=7,99.
*Van een rechthoekige driehoek van 60° verhouden de zijden zich als 1:2:wortel 3.
Hieruit kunnen de basissen van de 2 kleine rechthoekige driehoekjes berekend worden en deze zijn resp 4,61 en 5,77.
*Nu kunnen de evenwijdige zijden van trapeze B berekend worden en deze zijn 7,99 en 9,24.
* hieruit volgt dat de opp van trapeze B ½(lange zijde + korte zijde)*10=150,1.
*De opp van de gelijkbenige driehoek is 30x½x25,98=389,7.
*Opp hele driehoek minus figuur B is 389,7-150,1=239,6.
Toegevoegd na 6 uur:
Foutje, want er wordt gevraagd om de opp van a+b, zonder dat vlak B meegerekend wordt.
Opp A+B= opp. gehele driehoek (A+B+C)-opp. trap. C
(30*½*25,98) - [½*(30+20,78)*7,99]=186,84