Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe komt de Nederlandse staat aan zijn 600 ton aan goud?

4 jaar geleden
4.2K
ronron1212
4 jaar geleden
Ja Hor @LeonardN gekocht natuurlijk
LeonardN
4 jaar geleden
Wellicht is het handig dat je je vraag uitbreidt, en meer nadruk legt op wat je werkelijk wil weten:
Wat nu exact de oorsprong is van dat goud, of van welk land Nederland dat goud kocht.
ronron1212
4 jaar geleden
Ten tijde van de goudstandaard functioneerde het goud in de kluizen van centrale banken als dekking van het geld in circulatie, maar dat is vandaag de dag niet meer het geval. Het goud geeft nog steeds vertrouwen aan en munt, maar de waarde van de munt is niet meer rechtstreeks afgeleid van een claim op het goud in de kluis van de centrale bank. De voorraad goud ligt dus in het verleden. Een goudreserve is een strategische voorraad en wordt door sommige instellingen, waaronder veel centrale banken, aangehouden als opslag van waarde. Er was vroeger veel meer goud een deel is geroofd door de duitser in 1940 hiervan ligt nog een deel in de Zwitserse kluizen. Ook is een deel verkocht.
Tussen 1992 en 1999 verkocht DNB zo'n 1100 ton van de goudvoorraad.[

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (2)

Of het 600 ton is weet ik niet, maar de staat investeert in goud als belegging.
(Lees meer...)
4 jaar geleden
SnakeEye
4 jaar geleden
Wat ik meer bedoelde was de oorsprong van het goud. Niet zozeer wat ze er nu mee doen...
Dit houdt verband met de gouden standaard. Het is een muntstelsel waarin de economische rekeneenheid een vast gewicht aan goud is. Wanneer meerdere landen een dergelijke vaste rekeneenheid hanteren, worden de wisselkoersen tussen verschillende nationale valuta feitelijk vastgelegd.
Nederland kende voor wat betreft de gouden standaard drie periodes:
1. De goudenmuntenstandaard tot 1914, waarbij bankbiljetten volledig werden gedekt door goud. Houders van bankbiljetten hadden het recht om bankpapier in te wisselen voor goud. Het muntgeld was "intrinsiek volwaardig" en had een eigen waarde in edele metalen.
2. Tussen 1918 en 1936 kende Nederland de goudkernstandaard, waarbij de bankbiljetten voor 40% waren gedekt door goud, maar waarbij het publiek niet het recht had om bankbiljetten voor goud in te wisselen (behalve uitzonderingen, zoals internationale betalingen). Bovendien kwamen (naast munten met een intrinsieke waarde) ook "onvolwaardige munten" in omloop, de zogenaamde tekenmunten. De waarde ervan werd niet bepaald door de metaalwaarde, maar door het teken dat de overheid er op had aangebracht.
3. Van 1945 tot 1971 kende Nederland de goudwisselstandaard waarbij de gulden via een omweg een band had met goud. Dit liep via het systeem van Bretton Woods waarbij de gulden in vaste verhouding stond tot de dollar die op zijn beurt gekoppeld was aan goud. Daarbij dienden naast eigen goud ook goudwissels (vorderingen in goud) als dekking. Omdat de dollar na de devaluatie in 1971 niet meer inwisselbaar was voor goud, kwam in Nederland een einde aan deze standaard.

Voor de dekking van het Nederlandse geld moest Nederland dus goud kopen.
In de afgelopen 25 jaar heeft de DNB een groot gedeelte van de goudreserve in de verkoop gedaan. Van de 1.750 ton goud waar Nederland in 1990 over beschikte werd bijna twee derde deel in de verkoop gedaan. In 2008 stopte de verkoop van goud, toen er nog maar 612,5 ton over was.
(Lees meer...)
SimonV
4 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding