Omschrijf de karakterestieken van een Si-diode?

Qua werking zijn er twee "gebieden" te onderscheiden.
Het doorlaatgebied, waar bij toenemende spanning de stroom eerst langzaam, maar dan heel snel stijgt. Tot de spanning bijna niet meer stijgt terwijl de stroom heel hoog kan worden. De stroom wordt bepaald door de beweging van de elektronen en gaten in het halfgeleidermateriaal. De spanning is dan zo ongeveer 0,75V.
Het spergebied (de spanning is dan andersom), waar slechts een kleine stroom vloeit ook al wordt de dpanning heel hoog. Die stroom wordt bepaald door de thermidch gegenereerde elektronen en gaten. De stroom zal in de orde van microamperes liggen.
Qua fabricage moet het Si materiaal zéér zuiver zijn. Een liefst een monokristallijn materiaal, met een zuiverheid van meer dan 99,999999% (of zo). Dat wordt bereikt door telkens opnieuw het meteriaal in een smalle zone te laten smelten, en rekristalliseren, waarbij de verontreinigingen als het ware voor de smeltzone uit worden gedreven.
Daarna kan het materiaal met enkele ppm worden gedoteerd met Fosfor (N-Silicium) en met Borium (P-Silicium), die respectievelijk een klein overschot, en een klein tekort aan elektronen veroorzaken. Zowel de elektronen als het tekort aan elektronen (gaten) zorgen nu voor een specifieke geleiding onder verschillende omstandigheden (zie boven).