Hoe weet je of iets oplost in water of hexaan?

Dit heeft te maken met of een stof hydrofiel (lost wel op in water) of hydrofoob (lost niet op in water) is en ook met moleculaire verbindingen.

Hydrofiele stoffen lossen op in hydrofiele stoffen, maar niet in hydrofobe stoffen. Hydrofobe stoffen lossen op in hydrofobe stoffen, maar niet in hydrofiele stoffen.

Hexaan (C6H14) is een bestanddeel van benzine, dus lost niet op in water. Je kan dus concluderen dat hexaan hydrofoob is!

Ethanol (C2H5OH) kan met een waterstofmolecuul een waterstofbrug vormen, dus is oplosbaar in water (hydrofiel). Maar, volgens de bron wordt de oplosbaarheid minder, als de koolstofketen langer wordt.

Zo kan je verder gaan met concluderen of een stof hydrofiel of hydrofoob is (denk hierbij ook aan waterstofbruggen) en onthoudt dat hydrofiele stoffen in elkaar oplossen en hydrofobe stoffen ook in elkaar oplossen, maar een hydrofiele en een hydrofobe stof niet!

Ik hoop dat je het onderdeel waterstofbruggen al gehad hebt!