Om de krachten in ketting (E) en ophangpunten O1 en O2) te berekenen zijn meer gegevens nodig. Stel dat de bank 1 m breed is en de afstand tussen de ophangpunten en de bomen 0,5 m. Stel verder dat de punten O1 en O2 0,25 m boven het horizontale stuk E van de draagketting liggen. Als we het eigen gewicht van de draagketting verwaarlozen bestaat deze behalve uit het horizontale rechte deel E uit twee rechte stukken met helling 1 op 2 (0,25 op 0,5). In de ophangpunten (die noemen we X en Y) werken verticaal omlaag gerichte krachten groot 700 N(ewton) = 70 kg. Om evenwicht te krijgen werken dus in de punten O1 en 02 ook krachten van 70 kg, maar daar verticaal omhoog. Om de hellende delen O1-X en O2-Y in evenwicht te krijgen Moeten er in O1 en O2 horizontaal naar elkaar toe gerichte krachten H werken. De grootte hiervan is 70*0,5/0,25 = 140 kg. In het deel E werkt dus een trekkracht groot 140 kg en in de delen O1-X en O2-Y werkt een trekkracht groot V(70kwadraat+140kwadraat) = 156,5 kg.
(V = wortel).
Ik weet niet hoe de ophangpunten zijn/worden uitgevoerd, maar ik zou ze aan de buitenkanten van de bomen aanbrengen. Dan worden ze niet op trek, maar op afschuiving belast en dat lijkt me veiliger.
Ik hoop dat u hier iets aan hebt en wens u veel plezier met de schommelbank.
Toegevoegd na 1 dag:
De ophangpunten kunnen natuurlijk ook aan de voor- of achterkant van de bomen worden aangebracht.