Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Het beste antwoord

Datering van fossielen gebeurt op een paar manieren (meestal meerdere, zodat eventuele fouten gecorrigeerd kunnen worden).

- Hoe dieper iets zit, hoe ouder het is. Nieuwe sedimentlagen vormen zich over oudere, en als het gebied sterke verandering ondergaat, ontstaan duidelijke lagen. (http://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/6/6d/GRANDVIEWREVB.jpg) De strepen zijn duidelijk zichtbaar, dat zijn verschillende aardlagen, met verschillende leeftijd. Na veel onderzoek wereldwijd bleken deze lagen wereldwijd in dezelfde volgorde terug te vinden te zijn - al waren ze nergens volledig aanwezig. Dit komt omdat aardlagen alleen vormen in perioden van specifieke egologische activiteit (uit m’n hoofd moet de aardplaat zakken, maar dat weet ik nu even niet 100% zeker).

- Het dateren van deze aardlagen gebeurt door radioisotopische meting. Vulkanische activiteiten laten een laag gestolt gesteente achter, waarin radioactieve atomen zitten. Voordat deze stolt kunnen deze nog ontsnappen en interacteren met de wereld eromheen, maar na het stollen zitten deze vast in het gesteente. Omdat deze radioactief zijn, zullen deze met de tijd vervallen tot andere stoffen. De tijd dat hieroverheen gaat (halfwaardetijd) is voor een heleboel stoffen bekend (wegens grondige onderzoeken en herhaalde experimenten). Als je in het gestolde gesteente kunt uitvinden hoeveel deze beide stoffen (de oorspronkelijke, en de reststof) voorkomen, in verhouding tot elkaar, kun je dus redelijk nauwkeurig berekenen hoe oud die laag gesteente is. Omdat de aardlagen wereldwijd herkenbaar identiek zijn, kun je dus op basis van deze vergelijking wereldwijd van dezeldfe aardlaag verwachten dat deze ongeveer even oud is. In het ideale geval bevestig je de vondsten door te dateren op basis van verschillende radioisotopen, of vanaf andere locaties. Dit heeft tot nog toe niet tot onmogelijke resultaten geleid, maar bevestigt de vondsten. Halfwaardetijden varieren van enkele seconden tot miljarden jaren, dus hieruit kun je overlappende en aanvullende klokken halen.

- Individuele fossielen zelf kunnen ook gedateerd worden, maar dat is wat lastiger. De meest gebruikte variant hiervoor is Carbon-14 datering, maar die is nauwkeurig tot slechts zo’n 45.000 jaar geleden (en voor een deel gestaafd met dendrochronologie (boomringen) die zelf ook meer dan 10.000 jaar teruggaan). Dit verloop op dezelfde manier, maar wordt tevens gestaafd met informatie van de grond waarin het gevonden is.

(+Vervolg)
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Datering via radioisotopen is redelijk betrouwbaar binnen acceptabele foutmarges. Radioactiviteit is ook een niet te verwijderen onderdeel van de natuurkunde. Kernenergie en computers zijn bijvoorbeeld voorbeelden waaruit blijkt dat onze modellen voor atomen - inclusief de daaruit volgende verschijnselen als radioactiviteit - ook daadwerkelijk werkende resultaten kan leveren.
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Wat interessant om te lezen en wat leg je dat goed uit +je!
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
geen bron ?
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Dit zijn m'n eigen woorden.
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
bedankt!

Andere antwoorden (2)

Sommige fossielen komen maar in een of een beperkt aantal tijdperken voor. Van veel fossielen is precies bekend wanneer ze precies voorkwamen. "Gidsfossielen " zijn veel voorkomende fossielen die kenmerkend zijn voor een bepaald tijdperk. Zo is het dus mogelijk om er achter te komen uit welk tijdperk een fossiel stamt.

De exacte ouderdom van de lagen is te bepalen met behulp van "radioactieve isotopen". Een atoom kan voorkomen met verschillende aantallen "atoomdeeltjes". De verschillende soorten heten isotopen. Sommige isotopen zijn niet stabiel, en veranderen in een ander atoom waarbij radioactiviteit vrijkomt. Dit uit-elkaar vallen gebeurt met een constante vaststaande snelheid. Dit betekent dat na bijvoorbeeld 10 miljoen jaar er nog maar de helft over is en na 20 miljoen jaar nog maar 1/4 deel. Deze "halfwaarde tijd" is voor iedere soort radioactieve isotoop verschillend.

Van sommige radioactieve (onstabiele) isotopen is het bekend in welke hoeveelheden ze voor kwamen in vergelijking met stabiele isotopen toen het gesteente gevormd werd. Door de verhouding van deze twee soorten isotopen in een gesteente te onderzoeken kun je uitrekenen wanneer het gesteente ontstaan moet zijn.

...
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
C14-datering

Deze methode blijkt zijn beperkingen te hebben.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding