Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Is 12 gram koolstof 1 mol en 100 gram suiker 0,29 mol? Zo ja waardoor komt dat?

Suiker alszijnde C12H22O11 blijkt 342 g te zijn.Koolstof (C) blijkt 12 g te zijn. Maar als ik dan lees (b)lijkt 12 gram koolstof dus 1 mol te zijn (als standaarddefinitie) maar 100 gram suiker is dan 0,29 mol te zijn. Hoe kan zoveel meer gram suiker zoveel minder mol zijn? Lees ik het verkeerd of is er iets anders aan de hand?

erotisi
8 jaar geleden
5.3K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Het is belangrijk om te snappen wat een 'mol' is, namelijk 'aantal deeltjes'. Meestal praten we over een mol atomen of moleculen, maar je kunt ook praten over een mol voetballen, mensen, of telaatkombriefjes.
Een mol voetballen is dus een verzameling van 6x10^23 voetballen.

Een mol suiker (sucrose) bevat dus evenveel deeltjes (moleculen) als een mol koolstof; maar een sucrose-deeltje is veel groter en zwaarder dan een koolstof-deeltje. Een sucrose-deeltje weegt 342 atomaire units; een koolstof-deeltje weegt 12 atomaire units; 1 mol sucrose weegt 342 gram; 1 mol koolstof weegt 12 gram.
(Lees meer...)
tinus1969
8 jaar geleden
erotisi
8 jaar geleden
Ik vermoed dat ik mijn verwarring gevonden heb. Ik dacht dat één mol 6x10^23 protonen en neutronen bevatten?
Maar dat moeten dus atomen zijn? En die zijn natuurlijk bij suiker iets zwaarder. Hoewel, waterstof weegt toch veel lichter en daar heb je er toch 22 van. Dus ik kom er niet uit waarom suiker 28,5 (342/12) keer zwaarder is 1 suiker molecule telt 342 protonen en neutronen
1 koolstof atoom telt 12 protonen en neutronen
kierkegaard47
8 jaar geleden
Niet eens per se atomen, _molekulen_. 1 mol suiker bevat 6.0 * 10 ^23 suikerMOLEKULEN. En een molekuul suiker bestaat uit C12H22O11 , ofwel 12 c-atomen (massa ieder 12) = 144 amu (atomaire massa eenheden)
22h atomen (massa ieder 1) = 22 amu
11 o-atomen (massa ieder 16) = 176 amu Samen is 1 molekuul suiker dus 342 amu, ofwel 1 mol suiker is 342 gram suiker. 1 mol koolstof (in grafietvorm) is 1 mol koolstofmolekulen, maar die bestaan uit één atoom koolstof. Dus is 1 mol koolstof 12 gram.
erotisi
8 jaar geleden
Maar hoe kan 1 mol suiker nu 342 deeltjes (amu) bevatten terwijl het aantal deeltjes in één mol ongeveer gelijk is aan 6,022 14 × 10²³? 342 en 6,022 14 × 10²³ is toch niet hetzelfde?
kierkegaard47
8 jaar geleden
Zoals hierboven door Tinus gezegd: een mol is eigenlijk gewoon een aantal, nl ongeveer 6.0* × 10²³. Een mol mieren zouden 6.0 *× 10²³ mieren zijn (dat zijn er veel meer dan er op aarde zijn maar het gaat even om het idee). Spreken we over 1 mol suiker, dan bedoelen we doorgaans eigenlijk 1 mol suikermolekulen, omdat suikermolekulen de kleinste deeltjes zijn die je nog specifiek "suiker" kunt noemen. Dus is "1 mol suiker" 1 mol suikermolekulen en dat zijn dus ongeveer 6.0 *× 10²³ suikermolekulen. Maar elk molekuul suiker heeft zèlf weer een massa van 342 amu . Dat kun je uitrekenen door alle massa's van de atomen waaruit het molekuul bestaat, op te tellen (zoals hierboven). 1 mol suiker zou dus een totale massa hebben van:
(6.0* 10^23 ) * 342 amu....en dat is dus 342 gram. Het getal 6.0* 10^23 is juist zó gekozen dat als een enkel molekuul van een zekere stof een massa van "x" amu heeft, 1 mol van dat materiaal een massa heeft van "x"gram. Misschien nog een ander voorbeeld. Je hebt zuurstof (O2), en ozon (O3). Ze bestaan beide uit precies hetzelfde "bouwmateriaal", nl zuurstofatomen, maar in molekulair zuurstof zitten er 2 per molekuul, en in ozon 3 per molekuul. Één zuurstofatoom heeft een massa van ongeveer 16 amu. Daarmee heeft 1 molekuul zuurstof (O2) een massa van 2*16= 32 amu.
1 molecuul ozon (O3) heeft echter een massa van 3*16=48 amu. 1 mol zuurstof = 1 mol zuurstofmoleculen = 6.0 *× 10²³ molekulen O2 van elk 32 amu = 32 gram zuurstof in totaal.
1 mol ozon = 1 mol ozon = 6.0 *× 10²³ molekulen O3 , van elk 48 amu= 48 gram ozon in totaal. 1 mol ATOMAIR zuurstof (materiaal dat uit losse zuurstofatomen bestaat, en niet uit molekulen van 2 zuurstofatomen) (dat komt op aarde maar heel weinig voor maar bv. wel in en op de zon) zou maar 16 gram zijn, omdat de massa van een enkel zuurstofatoom maar 16 amu is. Zo duidelijk?
erotisi
8 jaar geleden
Ja het begint te dagen ieg bedankt voor je geduldig uitleg. Ik begrijp het dus eigenlijk zo dat bijv. een dozijn pingpongballen 1 pond kan zijn en een dozijn appels 10 kilo. Als ik het zo bekijk is het inderdaad vrij eenvoudig
kierkegaard47
8 jaar geleden
Precies :) 1 mol is gewoon een kortere manier om te zeggen "6.02 * 10²³ deeltjes van..." en wat die deeltjes dan precies zijn, en wat de massa per deeltje is, bepaalt dus ook wat de massa van 1 mol van die deeltjes in totaal is.

Andere antwoorden (1)

Als je niet een woordje weg had gelaten in je vraag was het antwoord toch eenvoudiger duidelijk geweest.
Koolstof is 12 gram schrijf je: Dat moet zijn: de molmassa van koolstof is 12 gram, net zo als de molmassa van suiker ruim 300 g is

Dat betekent dus dat 1 mol koolstof 12 g weegt en 1 mol suiker ruim 300 gram. Wat maakt dat 100 gram suiker daar inderdaad 1/3 van is, precies zoals je schrijft

Toegevoegd na 4 minuten:
Lees ook even deze link die maakt het nog verder duidelijk
Wat één mol van een stof weegt is afhankelijk van het getal van Avogado maal de moleculaire massa

Het getal van Avogado is een constante en de moleculaire massa neemt toe bij grotere atomen en bij verbinding natuurlijk ook want dan wordt het een optelsom van de afzonderlijke moleculaire massa's van de atomen.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Molaire_massa

In suiker zitten veel meer atomen per molecuul van in koolstof, vandaar de hogere massa

https://nl.wikipedia.org/wiki/Molaire_massa

Toegevoegd na 6 minuten:
oeps, tikfout: Avogadro
en de waarde is: ca 6 x 10^23 per mol
https://nl.wikipedia.org/wiki/Constante_van_Avogadro
(Lees meer...)
8 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding