Hoe haal je suiker uit een suikerbiet?

Als de bieten bij de suikerfabriek aankomen worden ze goed gewassen en in reepjes gesneden. In de diffusietoren worden de reepjes overspoeld met warm water. Hierdoor lost de suiker in de reepjes op en blijft er dik suikersap (ruwsap) over.

Het ruwsap wordt naar de sapzuivering gepompt. Het sap bestaat niet alleen uit suiker, maar heeft ook nog een heleboel andere bestanddelen. Bij de sapzuivering worden de overige bestanddelen uit het sap gehaald. Dat heet het carbonatatieproces. Wat overblijft wordt dunsap genoemd. Het dunsap wordt door verdampers gevoerd, waardoor het water uit het sap verdampt. Het sap wat nu overblijft heet diksap.

Via een filter gaat het diksap naar kookpannen. Daar wordt het verder ingedikt tot een geheel verzadigde oplossing is verkregen. Vanaf dat moment gaat de suiker zich hechten aan kleine, van tevoren in de kookpan aangebrachte kristallen. Er ontstaat nu een kristalbrij die de masse-cuite wordt genoemd. Als de kristallen een bepaalde grootte hebben bereikt, valt de masse-cuite in een koeltrog. Daar kunnen de kristallen verder uitgroeien tot de gewenste grootte.

Eenmaal op de juiste grootte worden de suikerkristallen gecentrifugeerd. Waarna suiker en stroop overblijven. De stroop ondergaat nog een keer dezelfde behandeling als het diksap. De suikerkristallen worden gereinigd met stoom en vervolgens gedroogd en nogmaals gekoeld.