Back to frontpage
Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe bereken je het gehalte zwaveldioxide in 100 gram abrikozen?

Wij moeten voor scheikunde een PO doen om te bepalen hoeveel zwaveldioxide er in 100 gram abrikozen zit. We hebben de proef al uitgevoerd, we moeten het alleen nog berekenen. Maar hier lopen we dus vast. Dit is wat we gedaan hebben:
1. 100 gram abrikozen toegevoegd aan 200 ml demi water, reactievergelijking; SO2 + H2O -> H2SO3, na 2 dagen de abrikozen uit de oplossing gehaald
2. Deze oplossing hebben we aangevuld met demi water tot 250 ml
3. We hebben 10 ml joodoplossing (0,1 M) toegevoegd aan 5 ml van de abrikozen oplossing (dit was een overmaat, aangetoond met zetmeel) reactievergelijking; SO32- + I2 + H2O -> SO42- + 2H+ + 2I-
4. Deze oplossing hebben we 'terug getitreerd' met natriumthiosulfaat (0,02 M). We bleken hiervoor 10,22 ml natriumthiosulfaat nodig te hebben. Hiervan hebben we een reactievergelijking die vm toch niet helemaal klopt, aangezien we jodide over hadden en deze reactievergelijking begint met vast jood;
I2 + 2 S2O32- → 2 I- + S4O62-

Hiermee moeten we dus berekenen hoeveel SO2 we in het begin hadden. We zijn er al lang mee bezig, maar weten er echt geen raad mee.. is er iemand die ons kan helpen?? Of misschien alleen al met de reactievergelijkingen die niet helemaal kloppen? Alvast bedankt!

Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
3.3K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Nou dit is in feite per definitie een terugtitratie dus je zit wel juist. Door met thiosulfaat te titreren bepaal je de overmaat aan dijood.

Als je die aftrekt van de hoeveelheid toegevoegde dijood dan weet je hoeveel hiervan met het sulfiet heeft gereageerd. Aangezien er per mol zwaveldioxide een mol zwaveligzuur gevormd werd weet je dat het bekomen aantal mol gelijk is aan het aantal mol zwaveldioxide. Omrekenen naar het gehalte in die 100 gram abrikozen is dan de laatste stap.

Zo zit het in het kort. Als het nog ergens vastloopt, laat maar weten.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Bedankt voor je snelle reactie!
Ik ben nu een heel eind verder, weet alleen niet zeker of de laatste stap goed is.
Ik heb eerst de hoeveelheid mol van thiosulfaat uitgerekend, dit was 2,044 x 10^-4 mol. door de verhouding 1:2 was het dijood de helft hiervan dus 1,022 x 10^-4 mol. Met de molairiteit van dijood heb ik berekend dat dit dus 1,022 ml was. Aangezien ik in reactie 2 10 ml had toegevoegd blijft er dus 8,978 ml over. Met de molairiteit weer terug gerekend is dit 8,978 x 10^-4 mol.De verhouding is 1:1 dus sulfiet heeft hetzelfde aantal mol. Van de oplossing met sulfiet had ik 5 ml gepakt, dus wordt dit 8,978 x 10^-4 mol / 5,0 x 10^-3 L = 0,17956 M. Dit is dus ook de molairiteit van H2SO3 begrijp ik. Alleen nu weet ik niet zo goed welke gegevens ik nog meer heb van H2SO3. Is het volume hiervan, doordat ik het heb aangevuld tot 250 ml, dan ook 250 ml? Want dan kan ik dus gewoon de molairiteit x 0,250 L doen en dan heb ik gelijk de molairiteit van SO2, en naar gram lukt dan wel.
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Ik heb het als volgt uitgerekend (onder voorbehoud dat ik je beschrijving van de proef goed begrepen heb ;-) ): 10,22 ml thiosulfaat 0,02 M = 0,2044 mmol = 0,1022 mN. Dus 0,1022 mmol I2 oorspronkelijke dijoodoplossing: 10 ml van 0,1 M = 1 mmol Dus in de eerste reactie reageerde het verschil: 1 mmol - 0,1022 mmol = 0,8978 mmol. Je hebt 5 ml van een 250 ml oplossing genomen dus de oorspronkelijke oplossing bevatte: 0,8978 mmol * 250 ml / 5 ml = 44,89 mmol. Vermenigvuldigd met de molmassa van zwaveldioxide geeft: 2876 mg en dit was op 100 g abrikozen dus heb je zo'n 28,76 g/kg zwaveldioxide in de abrikozen.
Verwijderde gebruiker
9 jaar geleden
Hartstikke bedankt!

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding
+