Vliegtuigen blijken in 60% van de gevallen door blikseminslag getroffen te worden als ze door een onweer vliegen. Dit is behoorlijk veel, maar hoeft helemaal niet verontrustend te zijn.
Oudere vliegtuigen die nog volledig uit metaal (aluminium) werden gemaakt vormden een perfecte kooi van Faraday (net zoals een auto). Alle lading kon via het metaal afvloeien.
In de moderne toestellen worden echter meer en meer kunststoffen gebruikt, waardoor de elektrische geleidbaarheid op een andere manier moet ingebouwd worden. Men gebruikt bijvoorbeeld speciale, elektrische stroom geleidende aluminiumverf, ingesmolten koperdraad, bliksemafleiderstrips en elektrische schakelingen die de boordapparatuur tegen plotselinge stroomstoten moeten beveiligen. Ook is de beplating van de brandstoftanks in de vleugels zodanig verdikt dat hij voldoende weerstand biedt aan de verhitting door elektrische stromen. Verder wordt boordapparatuur beveiligd tegen hoge elektromagnetische velden.
Het meest getroffen worden vleugeltips, verticale kielvlak en de randen van de motorgondels en de neus van de cockpit aan de voorzijde. Scharnierende en bewegende delen (flaps, landinggestel) worden met bliksemafleiders beschermd om smelten van het materiaal te voorkomen waardoor het vast zou komen te zitten.