Het gaat al veel eerder mis met ons begrip. Een afstand van een lichtjaar, bijvoorbeeld, of de duur van een lichtjaar, de grootte van een atoom; het zijn allemaal grootheden die ons verstand ver te boven gaan, en het enige dat we ervan snappen is dat het héél groot/héél lang is. Hiervoor gebruiken we meestal een metafoor van enigerlei soort: 'Als ik hier ga staan en de zon daar op tafel ligt, dan is de dichtstbijzijnde ster helemaal in Haarlem!' Maar dan beseffen we het eigenlijk nog niet. Het is gewoon heel ver buiten onze menselijke maat.
Met de ultieme termen op dit gebied, eeuwig en oneindig, gaat het nog verder mis, omdat we er nu eenmaal op ingesteld zijn dat dingen eindigen. Als ze dat niet doen gaat dat ons verstand zwaar te boven; onze veredelde primatenhersenen kunnen niet met dit soort begrippen omgaan.