waarom gaan mieren niet dood als je ze laat vallen van 100x hun eigen lengte en mensen wel?

Om dezelfde reden dat een zand korrel biet kapot valt van een flat maar een baksteen wel.
De kracht is kleiner omdat de massa kleiner is.
F=m*a Je weet ;)

normaal gesproken zou het niet uitmaken hoe zwaar een voorwerp is wanneer je het laat vallen. een bal van 1 kilo raakt de grond even snel als een bal van 10 kilo, als deze van dezelfde hoogte vallen.

maar omdat je op aarde te maken hebt met luchtweerstand (door vrijwing) zal een mier veel minder snel vallen dan een mens. verder is een mier minder gevoelig omdat die geen botten en andere gevoelige organen heeft.

Omdat als je de lengte van een mier 100x doet, dat nog steeds kleiner is als een mens xD, en 100 x 1 meter is al 100m, daar moet dat nog eens de helft bij! :P

De kracht waarmee je op de grond valt = massa x versnelling. De versnelling is voor mens en mier hier op aarde gelijk: ongeveer 35,3 km/uur per seconde. De massa van een 100x kleinere mier is echter 100^3 = 1 miljoen maal kleiner, dus de impact op de grond is vele malen kleiner.
Maar let op! In films als "Mama I shrunk the kids" enz. wordt gesuggereerd dat een verkleinde versie van een mens ook lichter zou zijn en daardoor een val van 10 meter wel zou overleven. Dat is niet waar. Want gewicht = massa/volume. Dat betekent dat een verkleind lichaam (soortelijk) juist zwaarder wordt. De impact op het lichaam is door de kleinere oppervlakte, want kleiner, daardoor juist groter.

In het luchtledige vallen alle voorwerpen even snel. Een veertje dus net zo snel als een loden bal.
Maar als je iets laat vallen waar een gas (lees lucht) aanwezig is, dan ondervindt een voorwerp luchtweerstand. Afhankelijk van een aantal factoren (vorm, oppervlakte ruwheid, massa) ondervindt het ene voorwerp meer weerstand dan het andere. Een veertje ondervindt meer weerstand dan een loden bal en dus wordt de valsnelheid daardoor enorm beinvloed. Deze snelheid, die voor ieder voorwerp anders is, wordt ook wel zweefsnelheid genoemd. De zweefsnelheid van een veertje ligt veel lager dan die van een loden bal, dus komt het veertje met een lagere snelheid op de grond terecht.
Voor een mier en een mens geldt hetzelfde, alhoewel in een iets andere verhouding, dat wel.