De enige diersoorten waarbij monogamie functioneel is zijn vogels. Bij alle andere soorten heeft het mannetje nauwelijks of niet een rol bij het grootbrengen van de jongen en daarom leven zij niet samen met de moeder van hun jongen en paren met zo veel mogelijk vrouwtjes. Maar zelfs onder vogels is monogamie geen vanzelfsprekendheid. Bij genetisch onderzoek bleek dat bijvoorbeeld bij de grauwe gans, symbool voor echtelijke trouw, de jongen in een nest van diverse mannetjes afkomstig waren. Vreemdgaan is schering en inslag bij ogenschijnlijk monogame soorten. Bij de lijst waarnaar Erna55 verwijst mogen dan ook vraagtekens worden gezet. Onder koekoeken zijn heel wat soorten die hun eieren niet zelf uitbroeden. Monogamie is in dat geval zeer onwaarschijnlijk en onlogisch. Alleen bij grote roofvogels die in lage aantallen voorkomen en grote territoria hebben is monogamie gebruikelijk, gewoon bij gebrek aan mogelijkheden tot schuinsmarcheerderij.