Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe kan het dan 0 de meest voorkomende bloedgroep is terwijl hij recessief is?

Bloedgroep 0 is recessief, maar toch komt deze het meest voor in Nederland. Hoe is dit mogelijk?

Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
in: Biologie
6.1K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Bloedgroep 0 is recessief. maar dan zit het wel in het erfelijk materiaal van iemand die ( A0 ) heeft. Dat uit zich als A.
Zo kan iemand met bloedgroep B ook B0 hebben.

Dus je hebt een ouder met Bloedgroep A en een met bloedgroep B
Je bloedgroep en je rhesusfactor (+ -) wordt bepaald door twee genen. Als je noch het gen voor A, noch het gen voor B hebt, dan kun je bloedgroep O krijgen.
je ouder die A+ heeft, heeft genen AO en Rh + -
je ouder die B- heeft, heeft genen BO en Rh - -
Je kunt als kind van die ouders uiteraard ook B-, B+, O+, AB +, AB-, A+ of A- zijn. In feite alles dus.

Maar bloedgroep 0 kan door ouders met A en 0 doorgegeven worden.

Toegevoegd na 3 minuten:
Als een kind bloedgroep 0 heeft, dan kunnen de ouders de volgende bloedgroepen hebben:

Beide ouders hebben ook bloedgroep 0
Beide ouders hebben 00 en geven 0 door (00=0).
Ouder 1 heeft 0 en ouder 2 heeft A
Ouder 1 heeft 00 en ouder 2 heeft A0 en beide ouders geven 0 door (00=0).
Ouder 1 heeft 0 en ouder 2 heeft B
Ouder 1 heeft 00 en ouder 2 heeft B0 en beide ouders geven 0 door (00=0).
Beide ouders hebben bloedgroep A
Beide ouders hebben A0 en beide ouders geven 0 door (00=0).
Beide ouders hebben bloedgroep B
Beide ouders hebben B0 en beide ouders geven 0 door (00=0).
Ouder 1 heeft A en ouder 2 heeft B
Ouder 1 heeft A0 en ouder 2 heeft B0 en beide ouders geven 0 door (00=0).

Toegevoegd na 4 uur:
Het is niet zo dat de frequentie van bloedgroep A of B zou moeten toenemen, alleen maar omdat dat dominant is.
Wat telt, is dat de frequentie van de erfelijke factoren (of allelen) A, B en O constant blijven in de populatie, net omdat er geen selectiemechanisme is in het voordeel van één van de drie.

Neem bijvoorbeeld een theoretische grote populatie, waarin voor de eenvoud maar 2 allelen voorkomen, A en O, met 25% A-allelen en 75% O-allelen. Hoe zal die populatie er uitzien, qua fenotypes?

25% x 25% of 6,25% van de mensen zullen het genotype AA hebben
25% x 75% hebben AO en nog eens evenveel OA, dus 37,5% van de mensen hebben één A-allel en één O-allel
75% x 75% of 56,25% hebben de combinatie OO

Dat betekent dat in deze populatie 43,75% van de mensen bloedgroep A hebben, en 56,25% bloedgroep O.

Maar bij de overerving telt niet de frequentie van mensen met fenotype A, maar wel de frequentie van de erfelijke factoren. Van twee mensen die de combinatie AO dragen, kunnen de kinderen AA, AO of OO erven – twee mensen met bloedgroep A kunnen dus kinderen met bloedgroep 0 krijgen.

Toegevoegd na 4 uur:
25%A en 75 % 0
(Lees meer...)
Erna55
8 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Hier vind je wat meer info over de manier waarop eigenschappen overerven. Lezenswaard!
Helemaal aan het eind staat ook iets over de Rhesusfactor. http://www.havanezerclub.nl/index.php/pupinfo/erfelijkheidsleer
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Dit verklaart het fenotypisch voorkomen, maar niet de dominante aanwezigheid in de mens.
Erna55
8 jaar geleden
Omdat de ruimte bij antwoord te kort was, zal ik de toevoeging nu hier in totaal proberen te zetten : Wat telt, is dat de frequentie van de erfelijke factoren (of allelen) A, B en O constant blijven in de populatie, net omdat er geen selectiemechanisme is in het voordeel van één van de drie. Neem bijvoorbeeld een theoretische grote populatie, waarin voor de eenvoud maar 2 allelen voorkomen, A en O, met 25% A-allelen en 75% O-allelen. Hoe zal die populatie er uitzien, qua fenotypes? 25% x 25% of 6,25% van de mensen zullen het genotype AA hebben
25% x 75% hebben AO en nog eens evenveel OA, dus 37,5% van de mensen hebben één A-allel en één O-allel
75% x 75% of 56,25% hebben de combinatie OO Dat betekent dat in deze populatie 43,75% van de mensen bloedgroep A hebben, en 56,25% bloedgroep O. Maar bij de overerving telt niet de frequentie van mensen met fenotype A, maar wel de frequentie van de erfelijke factoren. Van twee mensen die de combinatie AO dragen, kunnen de kinderen AA, AO of OO erven – twee mensen met bloedgroep A kunnen dus kinderen hebben met bloedgroep O. Statistisch is het zo, dat in onze theoretische populatie generatie na generatie 25% A-allelen zullen worden doorgegeven, en 75% O-allelen, en dat zal altijd resulteren in dezelfde proportie van mensen met bloedgroepen A en O.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
"Wat telt, is dat de frequentie van de erfelijke factoren (of allelen) A, B en O constant blijven in de populatie, net omdat er geen selectiemechanisme is in het voordeel van één van de drie." Qua kansberekening ben ik het helemaal met je eens. Dat is simpelweg mendeliaanse erfelijkheid. Maar de frequentie van allelen is niet constant. Die is onderhevig aan selectiedruk. Daarvoor zien we bij mensen een hogere frequentie van O (en A) allelen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bloedgroep#Frequentieverdeling_van_de_bloedgroepen
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
In feite geef jij (Erna55) een antwoord op de vraag: "Hoe kan het dat bloedgroep O tot uiting komt, terwijl het allel voor bloedgroep O recessief is?"
En dat heb je heel goed gedaan ;-)

Andere antwoorden (1)

Als een recessief gen veel voorkomend is in een populatie, betekend dat dit gen in de huidige situatie het meest 'fit' is. Dit betekent dat de selectiedruk op overige allelen groter is dan op het gen voor bloedgroep O.

Toegevoegd na 14 uur:
Er zijn hypotheses die stellen dat de bloedgroep het risico op infecties beïnvloed.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding