De teek heeft allerlei stadia en om naar een volgend stadium te gaan moet ze zich voeden. Daarvoor gebruiken de kleinere teken muizen, hagedissen en dergelijke. Voor grotere teken zijn mensen en wild interessant als maaltijd. De ziekteverwekkers (borellia spirochaeten) komen voor in muizen. De bacterien in de muizenpopulatie worden het reservoir genoemd (hagedissen zijn resistent voor borellia) , de borelliabacterie is de ziekteverwekkek en de vector (overbrenger is een teek (Ixodes ricinus).