In loop van de 20 e eeuw is proefondervindelijk vastgesteld dat de postduif bij het oriënteren gebruik maakt van diverse factoren. Duiven hebben een zonnekompas. Als je dat in de war brengt, vliegen ze verkeerd. Bovendien zien ze meer lichtschakeringen dan wij; bij bewolking maken ze toch gebruik van het zonlicht. Voorts zijn duiven gevoelig voor het aardmagnetisch veld. Als je dat verstoort, hebben ze grote moeite met de oriëntatie. En als je een duivenhok vele honderden kilometers verplaatst naar een plek met ongeveer dezelfde magnetische omstandigheden, zoals in Amerika uitgeprobeerd, dan zijn de duiven uit dat hok daar direct gewend.
Verder lijkt een overheersende windrichting van belang. En misschien het reukorgaan van de duif. Maar hoe meer wetenschappelijk onderzoek, hoe groter het raadsel. Hoe de postduif het doet, wij weten het echt niet. En waarschijnlijk zullen we het nooit echt weten. Dit vermogen bevindt zich in een dimensie die voor ons gewone stervelingen onbereikbaar is. Zoiets.
- Bronnen:
-
http://www.vriezerpost.nl/HISTORY/VP-6/ori...