Hoe kan ik het beste mijn hoofd- en deelvragen opstellen?

Leuk experiment. Je gaat er wel van uit dat de stapfrequentie toeneemt bij hogere snelheid. Ik zou verwachten dat bij het sneller rennen de stapfrequentie en de stapgrootte allebei toenemen, maar dat vooral de stapgrootte toeneemt. Ik zou denken dat bij muziek vooral de stapfrequentie toe gaan nemen bij meer BPM, omdat de mensen hun ritme in tune willen krijgen met de muziek.

1 blanco per experiment vind ik persoonlijk altijd valse zuinigheid, want nu heb je geen zicht op de variatie in snelheid door stom toeval (de toevallige samenstelling van het groepje). Dat kan een meer belangrijke rol spelen dan de muziek.

De hoofdvraag kan zijn of muziek een rol speelt bij de snelheid van lopers. (Is er effect ten opzichte van de blanco?)

Deelvragen Is het aantal BPM de meest belangrijke factor?
(samenvoegen resultaten klassiek en pop, grafiek)

Is het muziektype het belangrijkst?
samenvoegen van 60 en 120 bpm

Is er een interactie? maw is het gecombineerde effect van pop en bpm groter dan de som van beide effecten.

Het probleem zit hem alleen in de statistiek en de beperkte proefopzet. Je kunt uit deze beperkte data geen enkele vraag beantwoorden op een statistisch verantwoorde manier. Ook zou het handiger zijn om alle proefpersonen ook van een stappenteller te voorzien (voor het bepalen van de stapfrequentie.

Wetenschappers zouden van elke behandeling iets van 4 of 5 herhalingen doen. Daardoor weet je hoeveel de variantie en de standaardafwijking is. Je maakt grafieken waarin je de gemiddeldes voor elke behandeling uitzet. Dan zet je op de staafgrafiek een standaardfout (standaardafwijking/(aantal herhalingen -1) als een zogenaamde error bar. In een oogopslag kun je dan zien of er overlap is als je overlap krijgt door de error bars. Als dat het geval is dan is het niet significant. Is er geen overlap dan kun je statistiek uitvoeren op je resultaten om de betrouwbaarheid exact te bepalen.

Ik begrijp dat je daar nu niet veel meer aan hebt, hopelijk kun je wat met de hoofd en deelvragen.

Toegevoegd na 11 minuten:
Sorry niet helemaal goed gelezen. Het experiment is goed, ik dacht dat je echt groepjes hardlopers had, maar je hebt steeds 5 individuen dus 5 herhalingen per behandeling.
Interactie kun je vaststellen door de effecten van pop (zeg + 10%) en bpm (+20%) . Als de groep met pop en hoog bpm bv. 45% sneller gaat dan is er interactie. Bij 30% sneller niet.