Ze vliegen dus recht, steken hun voorpoten boven hun hoofd en pakken daarmee het plafond vast. Door de snelheid vliegt de rest van hun lichaam onder ze door en tegen het plafond. Dus een soort schommelbeweging van achter naar voren.
De truc zit 'm in de kleine pootjes van de vlieg. Dat zie je als je een vliegenpoot heel sterk uitvergroot.
Aan het eind van de poot zie je een haakje zitten (foto1). Daar kan hij zich een beetje mee vasthouden. Maar op een gladde plastic wand heeft-ie daar natuurlijk niet genoeg aan.
Aan het eind van die poten zitten ook twee teenkussentjes. Op het plaatje hieronder zie je hoe die eruit zien. bron klokhuis.