Sterren ontstaan uit grote gaswolken. Uit één gaswolk kunnen duizenden sterren gevormd worden. Die draaien aanvankelijk allemaal om het massamiddelpunt van de wolk/cluster. Af en toe krijgt een van de sterren door een nabije passage van een andere ster een slinger. Zijn snelheid wordt dan groot genoeg om aan de cluster te ontsnappen. Stel dat dit eens in de 100.000 jaar gebeurt. Na 100 miljoen jaar zijn de meeste sterren ontsnapt en wat er over is heeft niet voldoende zwaartekracht om bij elkaar te blijven. We zeggen dan dat de sterrenhoop is "verdampt".