Hoe dichter het oculair bij het beeldvlak, hoe kleiner de brandpuntsafstand moet zijn, en hoe groter de loepvergroting. In wezen bekijk je met een loep een beeld dat door het objectief wordt gevormd. Hoe langer de brandpunsafstand van de telescoop, hoe kleiner het stukje hemel dat je afbeeldt, je krijgt erg smalle driehoeken/kegels bij een lange brandpuntsafstand. Met het oculair bekijk je dat beeld van een klein stukje hemel van dichterbij dan je met het blote oog zou kunnen.