De communicatie met ruimtesondes gaat sinds 1959 met het Deep Space Network (DSN) (zie bron 1). Dit is een netwerk van grote schotelantennes en andere communicatieapparatuur die zo over het aardoppervlak verdeeld zijn dat er in alle richtingen contact gemaakt kan worden met ruimtesondes die verder dan in een lage baan rond de aarde zijn.
Via dit netwerk kan informatie verkregen worden van een sonde, maar kan ook informatie naar de sonde worden 'overgedragen', bijvoorbeeld om de sonde bepaalde metingen te laten maken of de koers te wijzigen (als de sonde daarop is ingericht).
Het versturen van informatie door de ruimte gaat via elektromagnetische golven. Foto's aan de Voyagers worden misschien niet digitaal genomen, maar in de jaren '70 was het al lang mogelijk om beelden te verzenden middels elektromagnetische golven (zie bron 2). Door kleine wisselingen aan en op bepaalde frequenties (zie bron 3) wordt informatie over het beeld doorgegeven, dat door ontvangstapparatuur weer terug wordt omgezet in een coherent beeld.
Voor Voyager 1 is de missie nu afgelopen en binnenkort (een paar jaar?) zal ook nummer 2 de interstellaire ruimte betreden. Ik kan niet vinden tot hoe ver het DSN nog op een zinvolle manier contact kan hebben met de sondes - los van het feit dat het nu de elektromagnetische golven er nu al 13 uur over doen om te reizen van (of naar) de aarde. Maar het is ook niet meer heel interessant; de Voyager 2 doet er met haar huidige snelheid 40.000 jaar over om de dichtsbijzijnde ster (de zon niet meegerekend) te bereiken (zie bron 4). Tussen die ster en ons stelsel is er weinig te beleven...
De Mir is al zo'n 10 jaar niet meer, maar ISS natuurlijk wel. En ja, daar is internet (zie bron 5)!
- Bronnen:
-
http://deepspace.jpl.nasa.gov/dsn/
-
http://en.wikipedia.org/wiki/Radio#Video
-
http://en.wikipedia.org/wiki/Space_Communi...
-
http://nl.wikipedia.org/wiki/Voyager_2
-
http://www.universetoday.com/51782/iss-now...