Hoe weet je of je de present simple of present continuous gebruikt?

Simple present:
I/you/we/they werkwoord
he/she/it werkwoord +(E)S

Present continuous:
I am werkwoord + ing
you/we/they are werkwoord + ing
he/she/it is werkwoord + ing

Toegevoegd na 1 minuut:
Je gebruikt de simple present om:
- aan te geven dat iets een gewoonte is. Signaalwoorden zijn o.a: "always, never, every day" enz.
- aan te geven dat iets een feit is.

Je gebruikt de present continuous om:
- aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
- aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
- irritaTie aan te geven. Meestal staat het woordje "always" in de zin om het extra duidelijk te maken.

Daar heb ik echt jaren mee in de knoop gezeten.

Present simple gebruik je voor iets dat een gewoonte
(bijv. wij eten 's avonds om half 6) of een feit (bijv. het regent nu buiten)

Present continuous gebruik je om iets aan te geven dat je van plan bent (bijv.ik ga straks het gras maaien), om aan te geven dat iets nu aan de gang is (bijv. Er is nu voetbal op tv)
En je gebruikt de present continuous om irritatie aan te geven

(Zie Bron)

Toegevoegd na 3 minuten:
Ik heb het nu in het Nederlands uitgelegd.
Dus dan is het in het Engels!!