Wat voor zinsdeel is bij redekundig ontleden 'uit elkaar' in 'Na al die mooie momenten gaan zij als vijanden uit elkaar'?
Is 'uit elkaar' deel van het werkwoordelijk gezegde, voorzetselvoorwerp, bepaling van gesteldheid of bijwoordelijke bepaling?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.