Als je een 9 voor een vak staat, heb je dan 3 compensatiepunten?

1. De docentenvergadering: de vergadering van docenten, die les geven aan een bepaalde klas, plus de teamleider die de vergadering voorzit. In leerjaren waar het vaste klassenverband ontbreekt moet voor ‘klas’ gelezen worden: ‘leerling’.
2. Tekortpunt(en): het verschil tussen het onvoldoende rapportcijfer en het cijfer 6. Bijvoorbeeld: een 5 betekent één tekortpunt, een 4 twee tekortpunten. Bij de overgang van AH1 naar A2 geldt een andere telling. Zie C2. Het cijfer 4 voor het vak godsdienst geeft in de bovenbouw 1 tekortpunt.
3. Compensatiepunt: elk vak waar voor op het eindrapport het cijfer 7 of hoger is behaald. In de leerjaren 1 t/m 3 levert een vak ten hoogste één compensatiepunt op. In leerjaar 4 en atheneum 5 levert een 7 één compensatiepunt en geven een 8, 9 of 10 twee compensatiepunten. Uitzondering hierop zijn de vakken ANW en godsdienst. Hiervoor levert het cijfer 7 of hoger (dus ook een 8, 9 of 10) één compensatiepunt op.
4. Gerichte bevordering: een leerling wordt bevorderd naar een hoger leerjaar in een andere schoolsoort, b.v. van havo 2 naar vmbo 3.
5. Advies: een onderbouwde uitspraak van de docentenvergadering aan het einde van het schooljaar over de meest passende leerroute voor een leerling. Hierbij wordt naast de resultaten gekeken naar o.a. werkhouding, inzet, interesse, zelfstandigheid en concentratie. Het advies wordt vermeld op het eindrapport van een schooljaar.
6. We maken in klas 1 onderscheid tussen twee groepen vakken:
I. godsdienst, Nederlands, Frans, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, biologie (tvwo: science)
II. muziek, beeldende vorming en lichamelijke oefening (tvwo: drama), techniek