Is deze zin goed ontleed? >>beschrijving

Onderwerp = Bert
pers vorm Gaf
aan wie gaf Bert--> aan zijn buurvrlijd voorwerp
wat gaf hij? bloemen= mewerkend voorwerp
zo zou ik het doen
PS via startpgina kun je bij nederlandsetaal komen, daar staan oefeningen en voorbeelden

Ik denk:
Pv gaf
Wwg gaf
Ow Bert
Lijdv een mooie bos bloemen
Mv aan zijn buurvrouw Annelies ( omdat je aan kan weglaten : Bert gaf buurvrouw Annelies een mooie bos bloemen)

"gaf" is het werkwoordelijk gezegde (de werkwoorden in een zin)
Hierin zit de persoonsvorm opgesloten, dit is het eerste werkwoord dat je tegenkomt in de zin.
"gaf" is dus ook de persoonsvorm in dit geval.
Wie gaf de bloemen? "Jan" is het onderwerp.
Aan wie gaf hij de bloemen? Aan "zijn buurvrouw Annelies"
dit is dus het meewerkend voorwerp.
Wat gaf hij aan zijn buurvrouw? " een mooie bos bloemen"
dit is het lijdend voorwerp.

Toegevoegd na 20 minuten:
Sorry foutje; het meewerkend voorwerp moet zijn
"aan zijn buurvrouw Annelies".

Dit is geen voorzetsel voorwerp! Een voorzetselvoorwerp
begint altijd met een vast voorzetsel.(vast voorzetsel= als het zelfstandig werkwoord van een zin in een bepaalde betekenis maar met één voorzetsel gecombineerd kan worden. Het voorzetsel verbindt dus het voorzetselvoorwerp met het gezegde. Bijv;
"Ik twijfel aan zijn inzet".( twijfelen aan...) ( weglaten van het voorzetsel 'aan'is onmogelijk.

Het is een meewerkend voorwerp omdat je 'aan' of 'voor'
weg kunt laten of ze ervoor kunt zetten in de zin.
Let op; 'aan of 'voor' met wel altijd de betekenis " bestemd voor"hebben. Bijv. "Jan gaf zijn buurvrouw Annelies een mooie bos bloemen". Indien je de zin ook zo kunt maken is het een meewerkend voorwerp.

Toegevoegd na 33 minuten:
Een bijwoordelijke bepaling is er niet, je zou wel " mooie"
(bos bloemen) als bijvoegelijke bepaling kunnen zien, omdat ' mooie' iets bijvoegt aan het zelfstandig nmw (bos bloemen).

Toegevoegd na 35 minuten:
Zie nog een foutje bij mijn antwoord; ik weet niet hoe ik bij "jan" terechtkom, maar dit moet Bert zijn. Bert is degene over wie de zin gaat, het onderwerp dus!:P

Volgens mij:
Pv gaf
Ow bert
Wg gaf
Mv. annelies
Lv bloemen
Vv Gaf aan
Bwb. een mooie bos en zijn buurvrouw

Bijna, je hebt het al heel goed gedaan hoor.

Pv gaf (dit is wel duidelijk, dit is wat Bert doet)
Ow Bert (wie gaf...?)
Wg gaf (persoonsvorm en andere werkwoordsvormen: geen)
Ng - (er is geen koppelwerkwoord, een of meerdere werkwoordsvormen en geen naamwoordelijk deel)
Mv. zijn buurvrouw Annelies (want aan ... zijn buurvrouw Annelies)
Lv een mooie bos bloemen (wat gaf Bert?)
Vv aan zijn buurvrouw Annelies
(want het is "geven aan", vaste combinatie)
Bwb. -

Toegevoegd na 1 minuut:
Dus alleen het voorzetselvoorwerp had je niet helemaal goed genoteerd. Je had wel goed gezien wat het gezegde en voorzetsel die bij het voorzetselvoorwerp horen, zijn.

Toegevoegd na 8 minuten:
Oh nee, sorry! Het voorzetselvoorwerp is "aan zijn buurvrouw Annelies". Want "geven aan" staat niet vast, want als je het voorzetsel weglaat (er "geven" van maakt), dan betekent het nog steeds hetzelfde.

Het voorzetselvoorwerp is in plaats daarvan leeg.

Toegevoegd na 11 minuten:
Ik ben echt vaag. Het voorzetselvoorwerp is niet "aan zijn buurvrouw Annelies", maar er is geen vv.