Een luchtballon vliegt, doordat lucht in de ballon wordt verhit met een brander. Deze brander werkt op propaan, vloeibaar of in gasvorm en veroorzaakt CO2-uitstoot. Er zijn inmiddels wel ballonvaarders, die een propaangas gebruiken die CO2-neutraal is.
Maar dat is slecht één element. De ballon zelf is van synthetisch materiaal gemaakt. Alle synthetische materialen zijn een belasting voor het milieu.
En dan alles rond de ballonvaart. Een ballon kan alleen opstijgen van en landen op grote open ruimtes. Om deze te bereiken is vervoer nodig, want de meeste mensen die meevaren, zullen niet direct naast deze open ruimtes wonen. Afhankelijk van het vervoermiddel, dat wordt gebruikt om de vertrek- of landingsplaats van de ballon te bereiken, is de reis ernaar toe belastend voor het milieu.
En tot slot, als de ballonvaarder door omstandigheden niet in staat is om te landen op de aangewezen landingsplaats, en dus een noodlanding moet maken, vindt deze regelmatig plaats op open plekken die daar niet voor geschikt zijn, bijvoorbeeld op de akker van een landbouwer.